Mijn vijf jarige dochter heeft last van nachtmerries, een klein hoopje schreeuwende ellende vind ik iedere nacht in haar of mijn bed. Dat kan zo een paar uur doorgaan. Slapen, schreeuwen, slapen, schreeuwen. Liefkozend strijk ik haar over haar haren, stel haar gerust en kus haar weer in slaap.
Nu, na een lange, doorwaakte nacht vind ik mezelf half slapend terug op mijn bank. Mijn wallen raken mijn neusvleugels en mijn hoofd voelt aan alsof er een bronzen klok tegen de binnenkant aanslaat. Wat vertelt mijn lichaam mij nu? Mijn ademhaling is vluchtig, mijn emoties variëren van machteloosheid en verdriet tot gelijkmoedigheid en onzekerheid. Het is makkelijk voor mezelf me mee te laten slepen in deze storm die woedt. De automatische gedachten stapelen zich op..
Ik doe iets niet goed, mijn kind is niet blij. Ik kom nooit meer toe aan slaap, ik krijg zo mijn werk niet af, waarom ik?
Even zitten, deze storm laten razen, een adempauze, afstand. En dan, telefoon, een vriendin en collega, met onzekerheid over werk, met onvrede over bepaalde gebeurtenissen. Samen lachen we om de grip die onze gedachten op ons hebben en dat wij als trainers ook dagelijks ons eigen leerobject zijn. En kijk, na het ophangen is de wolk wat lichter. Ik vind onderstaande foto en stuur hem op naar mijn vriendin. En nu plaats ik hem hier, want hoe herkenbaar zijn onze gedachten, emoties en onze fysieke reacties? Zitten we niet allemaal in hetzelfde schuitje? En ook dat biedt troost, we zijn niet alleen.